Je hebt ze vast en zeker al zien hangen aan de struiken in oneindig veel donkergekleurde, tot zelfs zwart van kleur, gekleurde trossen. En dit jaar lijkt het een enorm goed jaar te zijn voor de Vlierbessen. Want hier in Limburg is onze struik alvast rijkelijk gevuld met dit lekkere goedje!
Alleen met dit warme weertje mag je niet te lang wachten met het plukken, aangezien de Vlierbessen nu redelijk snel gaan verdrogen, of voor je het weet hebben ze al van de trosjes een plekje gevonden, beneden op de grond. Wat natuurlijk ook niet zo erg is, want onder onze dierenvriendjes zullen er vast snoepertjes te vinden zijn.
Denk er dan ook even aan als je start met het plukken van de Vlierbessen, dat je toch ook nog een aanzienlijke hoeveelheid laat hangen aan de struiken voor onze gevleugelde vrienden, de vogels.
Belangrijk om te weten, is uiteraard wat je mag eten.
Maar vooraleer je aan de slag gaat met het plukken van de Vlierbessen is het wel belangrijk dat je vertrekt van de juiste soort, aangezien er meerdere soorten Vlier ronddwalen, zoals onder meer de Kruidvlier (Sambucus ebulus), dewelke trouwens giftig is, en de Bergvlier (Sambucus racemosa).
Diegene die jij nodig hebt is de Gewone vlier (Sambucus nigra). En je kan hem o.a. herkennen aan het aantal dofgroene en eironde (deel) blaadjes. Bij de Gewone vlier zijn dat er meestal (3) 5 tot 7. Al lees ik in enkele (gewilde) boeken toch ook wel dat de Gewone vlier tot 11 deelblaadjes kan hebben.
Wat je natuurlijk aan het twijfelen kan zetten. Een goed naslagwerk zoals de Flora van België kan dan wel eens uitkomst bieden.
Ga je een keertje met je vingers over de stam of over een oudere tak heen, dan zal je ongetwijfeld de knobbels in het hout opmerken.
Weet je trouwens dat het lichte hout, dat niet splintert, erg geschikt is voor het maken van allerlei kleine voorwerpen. Uitgeholde takken werden zo vroeger gebruikt als proppeschieters en ook nu worden her en der nog wel eens een keertje fluitjes hiervan gemaakt. Wil je weten hoe dit werkt? Neem dan eens een kijkje op de volgende website: https://www.natuurmonumenten.nl/kinderen/zelf-spelen/maak-je-eigen-vlierenfluit
Van 'Flierefluiten' naar het echte werk
Van zodra je zeker bent dat je te maken hebt met de Gewone vlier pluk je de trosjes met de vlierbessen, zwart van kleur. Als er hier en daar een nog niet volledig rijpe bes of zelfs een groene tussen zit, is dit niet zo erg. Maar die pluk of rits je er straks wel even tussen uit. Aangezien de groene delen van de plant, en dus ook de groene bessen giftige stoffen bevatten die wat narigheden zoals misselijkheid en braken kunnen geven.
Dus van zodra je de trossen met de vlierbessen hebt geplukt verwijder je de groene en zeer licht gekleurde bessen. Je kan hiervoor eventueel een vork gebruiken, maar om de bessen zo min mogelijk te beschadigen gebruik ik hier het liefst mijn 2 bereidwillige handen voor, en wat hulp van mijn oudste dochter.
Zwemmen in een koud waterbadje
Vlierbessen van de trosjes gehaald? Was ze dan lekker even in een badje van koud water en doe ze dan vervolgens in een kookpot, waar je nog wat water aan toevoegt.
Afhankelijk van de hoeveelheid water die je gaat toevoegen zal je straks meer sap gaan overhouden.
Maar bedenk dan ook even dat je door het toevoegen van water het eigenlijke sap uit je bessen ook gaat verdunnen. Persoonlijk kies ik ervoor om niet teveel water toe te voegen, zodat ik zoveel mogelijk van mijn eigenlijke vlierbessensap kan gaan verwerken in de vlierbessensiroop. Voeg je meer water toe ga je dit heerlijke sap natuurlijk meer gaan verdunnen, maar daarnaast voorkom je misschien net iets gemakkelijker dat je goedje in je kookpot gaat aanbranden, als je het nog niet zo gewoon bent. Maar goed, af en toe een keertje goed doorroeren is hier toch wel de boodschap!
De vlierbessen met het water ga je nu even aan de kook brengen. En van zodra het kookpunt is bereikt neem je de kookpot van het vuur en laat je dit mengsel afgedekt een nachtje trekken. Ruik je de heerlijke geur waarmee ondertussen je keuken zich heeft gevuld?
De volgende morgen gaat het water met de vlierbessen door een neteldoek. Dit werkt eigenlijk heel vlotjes wanneer je eerst een vergiet op een kookpot plaatst. En dan in het vergiet je neteldoek spreidt. Ik verkies ook even om altijd goed de bessen in mijn neteldoek uit te drukken, zodat je zoveel mogelijk van de sappen die zich in de bessen bevinden kan opvangen.
Eens als je het sap hebt opgevangen ga je hier per liter sap een halve kilo suiker aan toevoegen. Je kan hier fijne witte suiker of kandijsuiker voor gebruiken. Maar ik verkies om hiervoor ongeraffineerde rietsuiker te gebruiken, omdat deze toch wel wat gezonder blijkt te zijn. En ik doe er ook nog even het sap van een citroen bij. Eventueel kan je er nog kruiden of specerijen aan toevoegen zoals enkele stokjes Kaneel (ondersteunend bij griep en verkoudheden) of wat Zoethout (bevordert de aanmaak of ophoesten van slijmen).
Maar dit kan natuurlijk ook zonder. Verkies je toch om er Zoethout aan toe te voegen, weet dan dat Zoethout best te vermijden is door personen met een hoge bloeddruk, aangezien Zoethout gekend is omwille van een bloeddruk verhogende werking.
Vervolgens breng je alles weer aan de kook. Is het kookpunt bereikt dan zet je de kookpot onmiddellijk van het vuur, haal je er eerst de kaneelstokjes of zoethout eruit en ga je meteen je goed gereinigde en gesteriliseerde bokaaltjes en/of flesjes afvullen. De bokaaltjes vul je best helemaal tot boven, dekseltjes erop en dan omgekeerd laten afkoelen.
Vergeet ook niet wanneer de potjes en/of flesjes zijn afgekoeld hierop nog even een etiket aan te brengen zodat je weet wat je erin hebt gestopt, wanneer je de flesjes en/of bokaaltjes hebt gevuld en tot wanneer je dit kan gaan gebruiken.
Van lekker fris tot bubbeltjes
En verder wordt het genieten van dit goedje! Doe gerust een keertje van je siroop door je yoghurt of over een bolletje ijs. Geniet je liever van een drankje doe dan eens wat van je Vlierbessensiroop bij je spuitwater, in een glaasje appelsap, of mag het wat sterkers zijn? Pimp je gin of jenever dan een keertje met een beetje vlierbessensiroop en geniet.
Houd je het liever puur? Neem dan zeker af en toe een lepeltje Vlierbessensiroop en kijk eens of je de winter zal doorkomen zonder al te veel van die winterse kwaaltjes.
Bronnen:
Opleiding tot herboriste en kruidenverwerkster Syntra Hasselt
Groot handboek geneeskrachtige planten – Dr. Geert Verhelst
Nederlandse oecologische Flora – Drs. E.J. Weeda, R. Westra, Ch. Westra, T. Westra
Flora van België, het Groothertogdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en de aangrenzende gebieden – J. Lambinon, J.E. De Langhe, L. Delvosalle, J. Duvigneaud